Foutsignaal @@&name@@

 

Doorschakeling van een melding  met inversie, keuzevoorwaarde voor ontvangstbevestiging, vertraging en selectie voor fout of signaal in het programma. Bij transmissie wordt dit altijd als fout weergegeven.

 

Om bij storing met een zekering 'ghost'-signalen te voorkomen, kan een meldingsonderdrukking ingesteld  worden afhankelijk van de spanningcontrole die ermee gepaard gaat.

 

Parameter

Waarde

Normale status van het contactsignaal (0=NEE, 1=NC)

@adj_NoNc.0p@

Ontvangstbevestiging vereist (0=Nee, 1=Ja)

@adj_QuitTyp.0p@

Storing wordt onderdrukt indien zekering defect (0=nooit, 1=altijd, 2=230 VAC, 3=24 VAC, 4=24 VDC, 5= fase, 6=spanningcontrole)

@adj_SpgGrp.0p@

Signaaltype in de toepassing (0=geen, 1=melding, 2=storing, 3=melding en storing)

@adj_SmTyp.0p@

Vertraging op het aanschakelen

@adj_AnzugVerz.0p@ s

Vertraging bij uitval

@adj_AbfallVerz.0p@ s

Controle van de zekering die ermee gepaard gaat

@@&ref@@