Installatieschakelaar
2-traps @@&name@@
Activatie van de schakelaar bij
eentrapssystemen. De activatie van de schakelaar bestaat uit 3 niveaus:
- Interventieschakelaar. Deze schakelaar heeft
de standen Uit- Auto- Aan. Hoogste prioriteit. Als er geen interventieschakelaar
beschikbaar is, kan deze parameter bijvoorbeeld gebruikt worden voor een
virtuele operatie van hoger niveau. Als BACnet actief is, geeft deze
parameter <Auto> aan als de resulterende installatievrijgave vanuit
BACnet , identiek is aan de programmasturing (ongeacht of het systeem aan
of uit moet staan). Als een andere bedrijfsstand door BACnet wordt
opgelegd, wordt de overeenkomstige status weergegeven (bijv. Aan of Uit)
- Gebouwenbeheerschakelaar.
werkt enkel als de handbedieningsschakelaar op <Auto> staat. Deze
schakelaar heeft de standen Uit - Auto –Trap1 –Trap2. Deze parameter wordt
normaliter gebruikt bij de virtuele operatie in een SCADA of WebPanel.
- Automatische sturing. Werkt enkel als de
handbedieningsschakelaar en de schakelaar gebouwenbeheer op automatische
modus staan. Er zijn twee types van automatische sturing: Klok en speciale
functie buiten de normale draaiuren.
Parameter
|
Waarde
|
Gebouwenbeheerschakelaar (1=Auto, 2=Uit, 3=Trap
1, 4=Trap 2)
|
@adj_Vorwahl.0p@
|
Klokfunctie (0=besturing, 1=bij SCADA)
|
@adj_UhrTyp.0p@
|
Het geselecteerde schakelkanaal in de
besturing (1..10 = schakelkanaal 1..10,11=niet in gebruik)
|
@adj_Kanal.0p@
|