Nomenclatuur in de documentatie

 

Deze documentatie is een kopie van de geprogrammeerde functies, die in doorlopende tekst beschreven worden. Alle functionaliteiten worden in principe in het proces beschreven en zowel parameters als ook bijkomende functionaliteiten  zoals BACnet bijvoorbeeld of het loggen van een gegevenshistoriek worden opgelijst.

 

Grootte lettertypes en de betekenis ervan.

 

Betekenis

Voorbeeld

Titel van een autonome functie en/of een geïsoleerd programmaonderdeel

Koptekst 

Titel van een onderdeel binnen een functie. Dit onderdeel omvat gedetailleerde informatie en parameters

Parameter/Optie 

Algemeen beschrijvende tekst

Functiebeschrijving

 

Speciale functies en hun parameters

 

Een typische toepassing kan speciale functies en opties bevatten Die zijn deels opgelijst in tabellen om de gegevens gemakkelijker op te delen. In deze tabellen staan de titels bovendien in kleurbalken zodat men functie/optie/parameter, hier opgelijst, onmiddellijk herkent. Max. 4 speciale functies worden beschreven:

 

·        Algemene parameters van de functie, bijv.: grenswaarde, instelpunten. Deze tabellen hebben een grijs opschrift.

Aanduiding

Waarde

 

 

 

·        Data die autonoom in de besturing gelogd worden. Deze tabellen hebben een groen opschrift.

 

Gereserveerd geheugen

0 KB

 

 

                                                        &nbs

·        Alarmgegevens die deel uitmaken van het alarmbeheer in de besturing. Deze tabellen hebben een oranje opschrift.

 

Alarmaanduiding

Aantal

 

 

     

·        Data die in de besturing als BACnet-objecten voorkomen. Deze tabellen hebben een blauw opschrift.

 

Opt.

Datapunt

Objectinformatie

 

 

 

     

 

Überschrift amp;name

Het loggen van historische gegevens in the besturing

 

De besturing kan autonoom gegevenshistorie registreren. Deze gegevens zijn toegankelijk via web en kunnen - indien van toepassing - uit de besturing  opgehaald en verwerkt worden.

 

De besturing voorziet in een deel van het geheugen voor deze gegevenshistorie. Omdat het programma, de teksten en de gegevenshistorie hetzelfde geheugen delen, hangt de geheugencapaciteit af van deze waarden.

Theoretisch gezien kan maximaal 640 kB gebruikt worden, maar dit hangt af van het type besturing en de gegevens die eerder genoemd werden.

 

1 kB geheugen is de benodigde geheugen om bij een cyclische opslagmethode van 60 seconden 2 uur historie op te kunnen nemen. Een opslag van maximaal 640 KB * 2 uur/Kb resulteert theoretisch gezien in een registratietijd van 1280 uren (= 53 dagen) voor één waarde.

 

Een alternatief voor een cyclische registratie is een registratie parameteriseren waarbij enkel veranderingen worden opgeslagen. Hiermee kan men gewoonlijk meer gegevens uit een verder verleden bewaren, maar het is niet geschikt om nauwkeurig te bepalen hoe ver deze gegevens teruggaan in de tijd.

Hier kan men enkel het minimum aantal gegevens aangeven die gegarandeerd opgeslagen moeten worden.

 

Algemeen genomen worden er 4 verschillende gegevenstypes onderscheiden elk met eigen registratieregels. Deze 4 gegevenstypes zijn gemeten warden, gemeten waarden, uitsturingen en aan/uit-signalen.

 

Hier worden enkel registratieregels gedefinieerd. Welke waarden er werkelijk gelogd worden kan men in de detailinstellingen van elke functie separaat ingeven.

 

Registratieregels voor gewenste waarden

 

Parameter

Waarde

Registratie van waardeveranderingen van ten minste

0.5 (Eenheid)

Vertraging tussen 2 registraties

6.0 s

Gedwongen cyclische registratie na (bij 0 seconden de-activeert deze optie, dan enkel registratie tijdens de waardeverandering)

0.0 s

Registratie (0=Vullen&Stoppen, 1=Cyclisch)

1

 

Registratieregels voor gemeten waarden

 

Parameter

Waarde

Registratie van waardeveranderingen van ten minste

0.5 (Eenheid)

Vertraging tussen 2 registraties

6.0 s

Gedwongen cyclische registratie na (bij 0 seconden de-activeert deze optie, dan enkel registratie tijdens de waardeverandering)

0.0 s

Registratie (0=Vullen&Stoppen, 1= Cyclisch)

1

 

Registratieregels voor uitsturingen

 

Parameter

Waarde

Registratie van waardeveranderingen van ten minste

2.0 (Eenheid)

Vertraging tussen 2 registraties

6.0 s

Gedwongen cyclische registratie na (na 0 seconden de-activeert deze optie, dan enkel registratie tijdens de waardeverandering)

0.0 s

Registratie (0=Vullen&Stoppen, 1= Cyclisch)

1

 

Registratieregels voor aan/uit signalen

 

Parameter

Waarde

Vertraging tussen 2 registraties

6.0 s

Gedwongen cyclische registratie na (na 0 seconden de-activeert deze optie, dan enkel registratie tijdens de waardeverandering)

0.0 s

Registratie (0=Vullen&Stoppen, 1= Cyclisch)

1

 

Titel amp;name

Centrale functie van de besturing

 

De besturing heeft een aantal standaardfuncties die in het hele programma gebruikt worden. Dat zijn:

 

 

Titel PCD_AntiBlokkeerBev

Antiblokkeerbescherming van de aandrijving

 

Het antiblokkeerbescherming beschermt aandrijvingen tegen vervuiling bij lange inactiviteit. Verwarmingspompen bijvoorbeeld kunnen in de zomer door de opeenstapeling van vuil zodanig vervuild geraken dat ze stuk gaan. Door de pomp regelmatig even te laten draaien kan men dit vermijden. Voornamelijk de volgende componenten kunnen uitgerust worden met antiblokkeerbescherming:

 

 

Daarnaast kan de antiblokkeerbescherming voor schakelende- en modulerende aandrijvingen onderscheidend ingesteld worden. De belangrijkste bedrijfstoestanden zijn:

 

 

Via de instellingen van de afzonderlijke aandrijvingen kan instellen of de antiblokkeerfunctie van de aandrijving in kwestie geïnitieerd of geblokkeerd werd. De antiblokkeerbescherming zelf heeft alleen centrale instellingen.

 

De antiblokkeerbescherming kan gede-activeerd worden voor respectievelijk aan/uit en modulerende aandrijvingen om te vermijden dat pompen tijdens een onderhoud mogelijkerwijs ingeschakeld worden terwijl de leidingen leeg zijn. Dat kan men doen bijv. aan de hand van een mechanische schakelaar, via de display of via een gebouwbeheerschakelaar.

 

Instellingen voor schakelende aandrijvingen

 

Parameter

Waarde

Preselectie bedrijfstoestand (1=Uit, 2=onderbreking, 3=wekelijks)

3

In bedrijfstoestand "Stillstand" altijd na

24 hours

In bedrijfstoestand "Wekelijks" altijd op (1=Ma, 7=Zo)

7

en op

12.00 Uhr

 

Instellingen voor modulerende aandrijvingen

 

Parameter

Waarde

Preselectie bedrijfstoestand (1=Uit, 2=onderbreking, 3=wekelijks)

3

In bedrijfstoestand "Stillstand" altijd na

24 Std

In bedrijfstoestand "Wekelijks" altijd op (1=Ma, 7=Zo)

7

en op

12.00 Uhr

 

Heading amp;name

Spanningcontrole FuseGuard

 

Controle van de stuurspanningen en/of zekeringen. Met deze functie kunnen 'ghost'-signalen onderdrukt worden als er een zekering gesprongen is. In functies die een Storingen genereren, kan de overeenkomstige zekering geselecteerd worden.

 

Voor de signalen 'Fasecontrole' en 'Stuurspanningscontrole' kan men bijkomend ingesteld worden of dezen de meldingen 230 VAC, 24 VAC en 24 VDC intern kunnen melden.

 

Parameter

Waarde

Groepsnaam van de functie

FuseGuard

Zekering 230 VAC, normale status (0=NEE, 1=NC)

0

Zekering 230 VAC vereist ontvangstbevestiging (0=Nee, 1=Ja)

0

Zekering 24 VAC, normale status (0=NEE, 1=NC)

0

Zekering 24 VAC vereist ontvangstbevestiging (0=Nee, 1=Ja)

0

Zekering 24 VAC, normale status (0=NEE, 1=NC)

0

Zekering 24 VAC vereist ontvangstbevestiging (0=Nee, 1=Ja)

0

Fasecontrole, normale status (0=NEE, 1=NC)

0

Fasecontrole, vereist ontvangstbevestiging (0=Nee, 1=Ja)

0

Fasecontrole Bij activatie kunnen defecte zekeringen ge-emuleerd worden (0=Nee, 1=Ja)

1

Stuurspanningscontrole, normale status (0=NEE, 1=NC)

0

Stuurspanningscontrole vereist ontvangstbevestiging (0=Nee, 1=Ja)

0

Spanningcontrolelus: Bij activatie kunnen defecte zekeringen ge-emuleerd worden (0=Nee, 1=Ja)

1

 

Heading amp;name

Alarmbeheer

 

De alarmgegevens die berekend werden, kunnen gelogd worden in een interne alarmlijst. De alarmnummers in kwestie en hun aantal worden verderop vermeld.

 

Alarmaanduiding

Aantal

230 VAC zekering defect

1

24 VAC  zekering defect

2

24 VDC  zekering defect

1

Fase controle actief

4

Stuurspanningscontrole actief

5

Bijbehorende zekeringsbewaking

ref